Nadat je een kassalade hebt aangemaakt in de backoffice, moet je de instellingen ervan configureren en toewijzen aan een fysieke lade, een POS-apparaat en/of POS-gebruikers.
| Sectie | Instelling | Definitie |
| Naam kassalade | Naam kassalade | Geef de kassalade indien nodig een nieuwe naam. |
| Fysieke kassalade | Te gebruiken printer om de kassalade aan te sturen | Als een fysieke lade met een kabel verbonden is met een bonprinter, selecteer je de printer in het vervolgkeuzemenu om deze aan de kassalade te koppelen. Na het selecteren van een printer verschijnen aanvullende instellingen:
|
| Kassalades | Telopties | Regelt het gedrag rond het tellen van de kassalade van de POS:
|
| Initieel contant geldbedrag aan het begin van de shift | De standaardhoeveelheid geld die de kassalade aan het begin van een shift bevat. Dit bedrag kan worden overschreven als de gebruiker een ander bedrag telt en invoert bij het openen van een shift. | |
| Wijs niet-contante betalingen toe aan deze kassalade in plaats van aan het wisselgeld van de medewerker | Voegt niet-contante betalingen toe aan het kassaladerapport en opent automatisch de kassalade wanneer een niet-contante betaling wordt geaccepteerd. | |
| Verbindingen | Apparaten die deze kassalade mogen gebruiken | Definieer met welke POS-apparaten deze kassalade is verbonden. |
| Gebruikersgroepen die deze kassalade mogen gebruiken | Bepaal welke bestellingen van gebruikersgroepen bijdragen aan het bedrag van de kassalade. | |
| Gebruikersgroepen die deze kassalade kunnen beheren | Definieer welke gebruikersgroepen de kassalade kunnen openen. |